Angst

Angsten zijn er in alle geuren en kleuren, maar wat is angst nu, en wat heeft juist angst?

Heb je ooit die vraag al eens gesteld aan jezelf ‘welke entiteit in mezelf heeft angst’? Angst kan je maar hebben als je het verleden erbij betrekt, het verleden wat dus een dood ding is, het bestaat niet meer. Maar ooit heeft iets jou schrik aangejaagd en nu heb je angst dat dit weer zou kunnen gebeuren. Je gaat dus een muur om jezelf bouwen waarmee je die angst wat dieper steekt, maar nooit weg is. De ene of andere persoon kan zo die angst triggeren. Elke muur die je bouwt is een beperking die je jezelf oplegt en is een reden om angst te hebben.

Maar angst is in feite enkel denken, met andere woorden het bestaat niet buiten in de verbeelding (denken is en blijft geheugen en fantasie), en dat is iets dat een mens moet kunnen inzien om er vrij van te zijn.

Kan je angst waarnemen? Je angst: angst voor de dood, angst voor het leven, angst voor eenzaamheid, angst voor duisternis, angst om niemand te zijn, angst om geen groot succes te worden, angst om geen leider of schrijver te zijn, angst voor veel verschillende dingen. Ten eerste, is men zich ervan bewust? Of je leidt zo’n oppervlakkig leven, eeuwig pratend over iets anders, en je bent je dus nooit bewust van jezelf, van je eigen angsten. Als iemand zich dan bewust wordt van die angsten, op welk niveau word je je dan bewust? Is het een intellectueel besef ervan of ben je je werkelijk bewust van je angsten, en bewust op de diepere niveaus van je geest van angst, van de diepe verborgen schuilhoeken? En als ze verborgen zijn, hoe moeten ze dan worden ontmaskerd? Moet je naar een analist? En de analyticus ben jijzelf; hij moet ook geanalyseerd worden!

Dus hoe leg je de hele structuur bloot, de fijne kneepjes van angst? Dit is een enorm probleem, niet om twee of drie minuten naar te luisteren en dan te vergeten, om zelf uit te vinden of het mogelijk is om alle angsten bloot te leggen, of dat er maar één centrale angst is die vele vertakkingen heeft. Wanneer men de centrale angst ziet, beginnen de takken te verdorren. Is er één centrale angst zoals de stam van een boom, ook al heeft die veel takken, en als je die ene wortel van angst zou kunnen begrijpen, zou je het hele netwerk van angst hebben begrepen? Hoe pak je dit aan, vanuit de periferie of vanuit het centrum? Als de geest de wortel van angst kan begrijpen, dan hebben de takken, de verschillende aspecten van angst geen betekenis, ze verwelken. Dus wat is de wortel van angst? Kun je naar je angst kijken? Kijk er nu naar, nodig het uit. Nu je hier zit, ben je natuurlijk niet bang, maar je weet wat je angsten zijn: eenzaamheid, niet geliefd zijn, niet mooi zijn, bang om je baan te verliezen, dit of dat. Door naar één angst te kijken, naar jouw specifieke angst, kun je de wortel van die angst zien; niet alleen de wortel van die angst, maar de wortel van alle angst. Door één angst, door het te observeren in de zin dat de waarnemer de geobserveerde is, dan zul je voor jezelf zien dat je door één angst de eigenlijke wortel van alle angst ontdekt.
Door naar één angst te kijken, ontdek je de wortel van alle angst.

‘Stel dat iemand bang is voor eenzaamheid. Heb je gekeken naar eenzaamheid of is dat een idee waar je bang voor bent? Niet het feit van eenzaamheid, maar het idee van eenzaamheid. Wat is het, het idee of de realiteit dat je bang maakt? Ik heb een idee van eenzaamheid, het idee is de rationalisatie van het denken dat zegt: ‘Ik weet niet wat het is, maar ik ben er bang voor.’ Of ik weet wat eenzaamheid is, wat geen idee is maar een realiteit. Ik weet het wanneer ik me in een menigte bevind en plotseling het gevoel heb dat ik nergens mee te maken heb, dat ik absoluut gedissocieerd ben, verloren, op niemand kan vertrouwen. Al mijn zekerheden zijn doorgesneden en ik voel me enorm eenzaam, bang. Dat is een feit. Maar het idee erover is geen realiteit, en de meesten van ons hebben een idee over angst.

Dus als het geen idee is maar een realiteit, wat is eenzaamheid dan? Kweken we het niet de hele tijd door onze egocentrische activiteit, door deze enorme bezorgdheid over onszelf, ons uiterlijk, onze houding, onze meningen, ons oordeel, onze positie, onze status, ons belang? Dat alles is een vorm van isolement. Jarenlang hebben we dit de hele dag door gedaan, en plotseling merken we dat we volkomen geïsoleerd zijn. Onze overtuigingen, God en alles gaat weg. Er is een gevoel van enorm isolement dat niet kan worden doorbroken en dat natuurlijk grote angst met zich meebrengt. Ik merk dat in mijn dagelijks leven mijn activiteiten, gedachten, verlangens, genoegens, ervaringen meer en meer isolerend zijn. En het ultieme gevoel ervan is de dood. Ik observeer het. Ik observeer het in mijn dagelijkse bewegingen en activiteiten. En in de observatie van deze eenzaamheid maakt de waarnemer deel uit van die eenzaamheid, is in wezen die eenzaamheid. Dus de waarnemer is het waargenomene en daarom kan hij er onmogelijk aan ontsnappen, hij kan het niet verbergen, proberen het te vullen met goede activiteit of wat het ook is, naar de kerk gaan of mediteren en al het andere. Dus de waarnemer is het waargenomene en wat gebeurt er dan? Je hebt het conflict helemaal geëlimineerd, nietwaar? Je hebt geprobeerd eraan te ontsnappen, het te verdoezelen, te rationaliseren. Nu sta je er voor; jij bent dat. Als je er helemaal mee geconfronteerd wordt en er is geen ontkomen aan en je bent dat, dan is er toch geen probleem? Er is geen probleem, want dan is er helemaal geen gevoel van eenzaamheid. Ik vraag me af of je dit ziet.

Dus kun je je angst observeren? Door één angst de wortel van alle angst traceren? Dat wil zeggen, heb je door dit gevoel van eenzaamheid niet de wortel van angst opgespoord? Ik ben eenzaam. Ik weet wat dat betekent, niet als een idee, maar als een realiteit. Er is een buitengewoon gevoel van eenzaamheid, isolatie. Isolatie is een vorm van verzet, een vorm van uitsluiting en daar ben ik me terdege van bewust. Ik ben me er ook van bewust dat de waarnemer het waargenomene is. En daar is angst, diepgewortelde angst. Door één factor van angst, eenzaamheid, heb ik kunnen ontdekken, kijk naar het centrale feit van angst, namelijk het bestaan van de waarnemer. Als de waarnemer dat niet is – de waarnemer is het verleden, zijn meningen, oordelen, evaluaties, rationalisaties, interpretaties, de hele traditie – als dat niet zo is, waar is dan de angst? Als het ‘ik’ er niet is, waar is dan de angst? Maar we zijn religieus opgevoed om het ‘ik’ als waarnemer te bevestigen en te cultiveren. Dus ik ben katholiek, ik ben protestant, ik ben Brits, ik ben dit, ik ben dat. En door naar één angst te kijken, is de geest in staat geweest om te kijken en het centrale feit van angst te traceren, namelijk het bestaan van de waarnemer, het ‘ik’.

Kan ik in deze wereld leven zonder dat ‘ik’? Wanneer alles om me heen de bevestiging is van het ‘ik’: de cultuur, de kunstwerken, het bedrijfsleven, de politiek, religie, alles om me heen beweert, ‘wees jij’ – cultiveer het ‘ik’. Kan men in deze cultuur of beschaving leven zonder het ‘ik’? De monniken zeggen dat je dat niet kunt, dus ontsnap aan de wereld, ga naar een klooster, verander je naam, wijd je leven aan dit en dat. Maar het ‘ik’ is er nog steeds omdat dat ‘ik’ zich heeft vereenzelvigd met het beeld dat het heeft geprojecteerd, als Christus, dit, dat en het andere. Het ‘ik’ is er nog steeds, in een andere vorm.

Dus kan iemand leven – alsjeblieft, dit is een enorm belangrijke en een heel, heel serieuze vraag, het is niet alleen iets om mee te spelen – kan iemand leven zonder dat ‘ik’ in deze monsterlijke wereld? Dat betekent dat iemand gezond kan leven in een wereld van krankzinnigheid? De wereld is krankzinnig, met al het schijngeloof van religies. Je weet alles wat er gebeurt, ik hoef het je niet te vertellen. Kun je in een krankzinnige wereld leven en zelf volkomen gezond zijn?

Maar om dit ding te begrijpen, om dit bewustzijn te begrijpen, moet men echt vrij zijn, totaal, van angst. Angst is de essentie van het dier. Om angst te begrijpen, moet men er direct mee in contact komen – dat wil zeggen non-verbaal. Neem je angst: je bent ergens bang voor, misschien voor je vrouw, man of kinderen. Neem het, kijk ernaar, haal het tevoorschijn; niet onderdrukken, niet accepteren, niet ontkennen, maar vasthouden, bekijken. Om ernaar te kijken is een volledig bewuste geest vereist, geen vage, saaie geest. Als je naar angst kijkt, kom er dan direct mee in contact, non-abstract, non-verbaal. De meesten van ons komen niet in aanraking met angst. Op het moment dat angst zich in welke vorm dan ook manifesteert, rennen we ervoor weg. Er is de angst voor de dood. Als je bang bent voor de dood, wordt je hele defensieve psychologische machinerie onmiddellijk in werking gezet; je bedenkt overtuigingen, je rent ervoor weg, je hebt visioenen, je hebt dromen; maar je vermijdt dat ding. Dus het eerste wat je moet beseffen is dat elke vorm van ontsnapping niet alleen angst in stand houdt en versterkt, maar ook conflicten veroorzaakt, en daarom is de geest niet in staat om direct in contact te komen met angst. Stel dat de spreker bang is; hij heeft een idee, hij heeft enige hoop; en die hoop, dat idee, die ontsnapping, wordt veel belangrijker dan de angst zelf, omdat hij wegrent voor het feit, en het wegrennen – niet de angst – creëert conflicten. Wanneer iemand direct met iets in contact staat, non-verbaal, non-abstract, zonder ontsnapping, is er geen conflict. Alleen iemand die ideeën, hoop, meningen en allerlei verdedigingsmechanismen heeft, heeft een conflict; en dat conflict verhindert dat iemand direct in contact komt met angst. Op het moment dat je begrijpt dat elke vorm van ontsnapping aan angst alleen maar meer conflict veroorzaakt en er dus geen direct contact met angst is, en dat je alleen vrij bent door direct contact met angst – wanneer je dat begrijpt, niet intellectueel, niet verbaal , niet als iets wat je van iemand hoort, maar eigenlijk voor jezelf zien, dan ontkom je er helemaal niet aan. Dan verdwijnen de tempel, het boek, de leider, de goeroe allemaal. Dan ben je niet ambitieus.

We moeten angst begrijpen en er volledig vrij van zijn, totaal, dwars door je wezen heen. Je kunt het alleen doen als er geen ontsnapping mogelijk is. Wanneer je dit begrijpt, sta je direct in contact met angst. In dat contact is er geen tijdsinterval, er is geen gezegde: ‘Ik kom er wel overheen’ of ‘Ik zal moed ontwikkelen’ als je bang bent. We hebben te maken met feiten, en we kunnen niet omgaan met wat is als er enige vorm van ontsnapping is, bewust of onbewust.

Er is fysieke angst. Als je een slang ziet, een wild dier, is er instinctief angst; dat is normaal, gezond en natuurlijk. Het is geen angst, het is een normaal verlangen om zichzelf te beschermen. Maar de psychologische bescherming van zichzelf, dat wil zeggen het verlangen om altijd zeker te zijn, kweekt angst. Een geest die altijd op zoek is naar zekerheid is een dode geest, want er is geen zekerheid in het leven, er is geen bestendigheid. En omdat je probeert een permanent karakter te krijgen in je relatie met je vrouw, met je familie, heb je jaloezie. Wanneer je direct met angst in aanraking komt, ontstaat er een reactie van de zenuwen. Wanneer de geest niet langer ontsnapt door woorden of door welke activiteit dan ook, is er geen scheiding tussen de waarnemer en het ding dat als angst wordt waargenomen. Het is de geest die aan het ontsnappen is die zich afscheidt van angst. Maar wanneer er een direct contact is met angst, is er geen waarnemer, is er geen entiteit die zegt: ‘Ik ben bang.’ Dus op het moment dat je direct in contact komt met het leven, met wat dan ook, is er geen verdeeldheid en het is dit verdeeldheid die competitie, ambitie en angst kweekt.

Als je een manier, een methode, een systeem zoekt om van angst af te komen, zul je eeuwig in angst gevangen zitten. Maar als je angst begrijpt, wat alleen kan gebeuren als je er direct mee in aanraking komt, dan doe je iets. Alleen dan zul je merken dat alle angst ophoudt – we bedoelen alle angst, geen angst van deze of gene soort. Omdat uit de vrijheid en het begrip en het leren over angst intelligentie voortkomt, en intelligentie is de essentie van vrijheid. En er is geen intelligentie als er enige vorm van conflict is, en conflict moet bestaan zolang er angst is